Belangrijke kenmerken van het jaïnisme zijn:
Ahimsa: Geweldloosheid staat centraal in het jaïnisme. Tegenover alle levende wezens, niet alleen fysiek, maar ook mentaal en emotioneel.
Ascetisme: Jaïns streven naar spirituele zuiverheid en bevrijding van samsara (de cyclus van wedergeboorte) door vasten, zelfbeheersing en het mijden van wereldlijke verlangens.
Karma: Het jaïnisme gelooft in karma, vergelijkbaar met het hindoeïsme en boeddhisme. Het doel is om positieve karma op te bouwen en uiteindelijk bevrijding te bereiken.
Reïncarnatie: Jaïns geloven in de herhaalde cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte totdat de ziel uiteindelijk bevrijd is van deze cyclus en het hoogste spirituele doel bereikt.
Niet-theïsme: Het heeft geen geloof in een opperwezen of schepper. De nadruk ligt op de verantwoordelijkheid van het individu voor zijn spirituele groei en bevrijding.
Het jaïnisme heeft bijgedragen aan de Indiase cultuur en het heeft invloed gehad op verschillende aspecten, waaronder architectuur, kunst en vegetarisme.
Het jaïnisme wordt vandaag de dag beoefend door een relatief kleine gemeenschap van volgelingen, voornamelijk in India, maar het heeft wereldwijd erkenning gekregen vanwege zijn focus op geweldloosheid en respect voor alle vormen van leven.
Afbeelding: Freepik.com
Bekijk meer dan 300.000 artikelen over spiritualiteit op BOL.COM