Yama is een gedragscode uit de hindoeïstische en yogafilosofie om een harmonieus en deugdzaam leven te leiden. Het woord ‘yama’ komt van het Sanskriet ‘yam’ en het betekent ‘beheersen’ of ‘controleren’. In de yogatraditie van Patanjali wordt Yama beschouwd als een van de acht ledematen van yoga, ook wel bekend als Ashtanga yoga.
De vijf Yama’s zijn bedoeld als leidraad voor een eerzaam en bewust leven én ze vormen de basis voor een gezonde en harmonieuze samenleving.
- Ahimsa (geweldloosheid): Het principe van het vermijden van schade aan anderen, zowel fysiek als mentaal. Dit omvat het respecteren van alle levende wezens en het cultiveren van vriendelijkheid en compassie.
- Satya (waarachtigheid): Het principe van eerlijkheid en waarachtigheid in woorden, gedachten en daden. Het betekent het spreken van de waarheid en het handhaven van oprechtheid in al onze interacties.
- Asteya (niet-stelen): Het principe van het niet nemen van wat niet van ons is en het respecteren van het eigendom van anderen. Het gaat niet alleen over materiële bezittingen, maar ook over het vermijden van diefstal van tijd, energie, ideeën enzovoort.
- Brahmacharya (beheersing van zintuigen): Dit principe heeft betrekking op het beheersen van onze zintuigen en het cultiveren van zelfbeheersing. Het wordt vaak geassocieerd met kuisheid, maar het omvat ook het verstandig omgaan met onze verlangens en het behouden van emotionele balans.
- Aparigraha (niet-hebzuchtigheid): Het principe van het vermijden van hebzucht, begeerte en het vastklampen aan materiële bezittingen. Het betekent tevreden zijn met wat we hebben en vrijgevig zijn in het delen met anderen.
Bekijk meer dan 300.000 artikelen over spiritualiteit op BOL.COM